Als jij denkt dat jij in jouw leven nooit te maken hebt met slavernij, denk dan nog maar eens goed na.
Worden de plantagearbeiders die de bonen voor jouw koffie oogsten, eerlijk betaald? Komt jouw favoriete T-shirt uit een fabriek waar kinderen aan het werk worden gezet? Berekent het uitzendbureau dat jouw bedrijf voorziet van seizoenarbeiders, deze arbeiders bemiddelingskosten voor het vinden van een baan?
Aan elk product of elke dienst zijn kosten verbonden voor menselijke arbeid en er is een kans dat sommige arbeiders die helpen bij het leveren of produceren van deze diensten of producten, te maken hebben met moderne slavernij.
Anti-Slavery International zegt hierop: “Het is bijna zeker dat elk bedrijf wel gebruik maakt van een toeleveringsketen waar slavernij in voorkomt.”
Deze bewering heeft ertoe geleid dat door sommigen een toeleveringsketen zonder slavernij en producten die geproduceerd worden zonder slavenarbeid, als onmogelijk worden beschouwd.
Maar, na de recentelijke paneldiscussie over dit onderwerp betoogde Kevin Hyland, de voormalig anti-slavernij commissaris van het Verenigd Koninkrijk: “Het wordt tijd dat we het woord ‘onmogelijk’ uit ons vocabulaire schrappen.”
Hoe groot is het probleem?
Volgens de Global Slavery Index van juli 2018, leven naar schatting meer dan 40 miljoen mensen wereldwijd in moderne slavernij.
Van die 40 miljoen, werken 16 miljoen mensen voor particuliere bedrijven op het gebied van landbouw, mijnbouw, visserij en huishoudelijke diensten; 24,9 miljoen mensen worden gedwongen dwangarbeid te verrichten en 70% van alle slaven zijn vrouwen en meisjes.
Hoe is de slavernij in de toeleveringsketens ontstaan?
Het antwoord bestaat uit veel verschillende factoren die we hier niet allemaal zullen behandelen. Maar laten we beginnen met te erkennen dat we in een snel veranderende wereld leven.
Veel mensen hebben, vanwege de politieke situatie of conflicten, hun heil ergens anders gezocht op zoek naar een betere toekomst.
Dit heeft er o.a. toe geleid dat er wereldwijd een grote groep arbeiders is ontstaan die de grens overtrekt op zoek naar werk. Zij verkeren in een zeer kwetsbare positie en zijn vaak werkzaam binnen de zwarte economie waar ze eerder ten prooi kunnen vallen aan dwangarbeid en mensenhandel.
Het is echter naïef om te denken dat zulke problemen alleen voorkomen in oorlogsgebieden of in landen waar ze het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. Zoals de Verenigde
Naties opmerken: “Elk land in de wereld heeft te maken met mensenhandel, hetzij als herkomstland, als doorvoerland of als eindbestemming voor de slachtoffers.”
Een tweede factor is de economie.
Volgens de VN vormen moderne slavernij en mensenhandel de op twee na grootste criminele activiteit ter wereld. En beiden nemen nog steeds toe. Want hoewel het moreel corrupt en illegaal is, valt er ook heel veel geld mee te verdienen.
Volgens cijfers van de Internationale Arbeidsorganisatie wordt er met dwangarbeid op jaarbasis $ 150 miljard aan illegale winsten verdiend – dat is meer dan het huidige bnp van Koeweit dat $ 111 miljard bedraagt.
Het is onbegrijpelijk dat er een prijskaartje kan worden gehangen aan een mens. Dat is echter de realiteit. Zoals staat geschreven in het boek ‘Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”

Een van de laatste smartphonemodellen bestaat uit onderdelen die afkomstig zijn van 785 verschillende leveranciers uit 31 landen.
Unilever heeft klanten en consumenten in ongeveer 190 landen, biedt werk aan ongeveer 169.000 mensen (waarvan er 100.000 werkzaam zijn in de toeleveringsketens) en maakt gebruik van tienduizenden leveranciers.
Aan de hand van bovenstaande voorbeelden kunnen we de resultaten van het onderzoek dat Thomson Reuters in 2016 deed onder leveranciers wereldwijd, beter doorgronden. Dit onderzoek toonde namelijk aan dat slechts 36% van de onderzochte bedrijven, hun leveranciers controleren op mogelijke risico’s (waaronder slavernij). Het gebrek aan personeel en middelen wordt door veel bedrijven als belangrijkste excuus gebruikt voor het niet inzichtelijk kunnen maken van de risico’s in de volledige toeleveringsketen.
Hoe denkt de wereld dit probleem op te lossen?
De Sustainable Development Goals van de VN omvatten SDG 8.7 dat erop gericht is “dwangarbeid uit te bannen, moderne slavernij en mensenhandel een halt toe te roepen en het verbod op en de afschaffing van de ergste vormen van kinderarbeid te waarborgen”. De deadline voor het behalen van dit doel is gesteld op 2030.
Dit heeft regeringen en handelsorganisaties aangezet tot actie. Zo heeft de EU een richtlijn opgesteld voor het rapporteren van niet-financiële informatie; Frankrijk heeft de wet inzake de verplichting van waakzaamheid voor Franse opdrachtgevers aangenomen; het Verenigd Koninkrijk heeft de wet inzake moderne slavernij aangenomen, die bedrijven die gevestigd zijn in het Verenigd Koninkrijk en die een totale jaaropbrengst hebben die wereldwijd meer is dan £36 miljoen, verplicht om transparantieverklaringen te publiceren; en in mei 2018 hebben de G7-landen ingestemd met een aantal acties voor de bestrijding van moderne slavernij wereldwijd.
Gaat deze toename van het aantal wetten helpen?
Marcela Manubens, Global Vice President, Integrated Social Sustainability van Unilever, zegt daarop heel stellig ja. “Deze wetten zijn niet alleen noodzakelijk, maar ook wenselijk en zeer welkom aangezien bedrijven middels deze wetten worden aangespoord om meer transparant te zijn, hun verantwoordelijkheid te nemen en actie te ondernemen. De wetten bieden ook duidelijkheid, bevorderen samenwerking en bepalen dat misbruik strafbaar is”, zo zegt ze.
Naast de morele verplichting, is Marcela ook van mening dat er een belangrijke economische reden is voor de aanpak van dit probleem. “Er kan geen sprake zijn van verantwoorde en duurzame groei als er tegelijkertijd dwangarbeid en mensenhandel plaats vindt”, zegt ze.

Welke concrete maatregelen heeft Unilever genomen?
We hebben een interne workshop georganiseerd op basis van de basisprincipes van de VN en hebben de hulp van externe experts ingeschakeld om de belangrijkste problemen voor Unilever omtrent mensenrechten in kaart te brengen. Een van die belangrijkste problemen was dwangarbeid.
Om dit probleem op te lossen, zijn we via het Consumer Goods Forum de samenwerking aangegaan met sectorgenoten en hebben zo gezamenlijk de drie belangrijkste kernbeginselen voor de sector vastgesteld:
- Iedere arbeider heeft het recht om in vrijheid te bewegen. Het vermogen van arbeiders om vrij te kunnen bewegen mag niet worden belemmerd door hun werkgever.
- Geen enkele arbeider hoeft te betalen voor zijn baan. De bemiddelingskosten en andere kosten die samenhangen met het werven en te werk stellen van arbeiders, moeten worden betaald door de werkgever.
- Geen enkele arbeider dient werk verschuldigd te zijn of te worden gedwongen tot werk. Arbeiders moeten in staat zijn in vrijheid te werken, geïnformeerd zijn over de voorwaarden waaronder ze werken en worden betaald zoals overeengekomen.
Leveranciers uit verschillende landen zoals Maleisië, India, Dubai en China hebben workshops gevolgd waarin o.a. dwangarbeid werd besproken.
We werken samen met onze leveranciers om de bestaande en opkomende problemen te identificeren middels effectbeoordelingen, capaciteitsopbouw en een grotere betrokkenheid bij onze arbeiders.
In september en oktober van 2017 hebben we een aantal interne webinars over dwangarbeid georganiseerd.
Tijdens de eerste reeks webinars lag de focus op het herkennen van dwangarbeid, hoe arbeiders terecht kunnen komen in dwangarbeid, in welke landen en wat te doen als daadwerkelijk is vastgesteld dat dwangarbeid plaats vindt.
Tijdens de tweede reeks webinars werd met name aandacht besteed aan tijdelijke en migrerende arbeiders, waaronder de inzet van ethische uitzendbureaus en de afschaffing van bemiddelingskosten voor arbeiders.
We informeerden medewerkers ook over het bestaan van onze eigen interne vertrouwelijke hulplijnen, waar zij melding kunnen maken van mogelijke gevallen van dwangarbeid of mensenhandel.
Als onderdeel van de Leadership Group for Responsible Recruitment hebben we een verbeterde procedure opgesteld voor de screening van de arbeidsbureaus waar we mee samenwerken en momenteel introduceren we een nieuw beleid met betrekking tot tijdelijke arbeidskrachten.
Middels de verklaring omtrent onze UK Modern Slavery Act (PDF | 3MB) hebben aan de sector en onze consumenten gecommuniceerd dat we een zerotolerance beleid hanteren.
In de verklaring worden de stappen uiteengezet die we hebben genomen om dwangarbeid en mensenhandel op te sporen, hoe we erop reageren en wat we doen om het te voorkomen binnen ons bedrijf en in onze gehele toeleveringsketen. Meer informatie over de voortgang die we boeken, is te vinden in ons tweede Human rights report (PDF | 10MB), dat inzicht geeft in de acties die we hebben genomen en die we nog van plan zijn te nemen.
Welke rol kan jij spelen bij het creëren van een duurzame, systemische verandering?
De schending van mensenrechten staat niet op zichzelf. “Deze schending moet worden gezien als onderdeel van het algehele systeem en als zodanig worden aangepakt, omdat ze nauw met elkaar zijn verbonden”, aldus Marcela Manubens.
Het bewerkstelligen van een verandering in het systeem, waarbij de keuzes van de politiek en het bedrijfsleven met name zijn gericht op het uitbannen van slavernij, vergt samenwerking.
Uitbanning vereist gecoördineerde samenwerking met organisaties als Consumer Goods Forum en hun oproep om in actie te komen, AIM-PROGRESS en de Ethical Tea Partnership of middels multi-stakeholderinitiatieven met organisaties als het Institute for Human Rights and Business en IDH, the Sustainable Trade Initiative. Al deze organisaties zijn van groot belang om een verandering op grote schaal te weeg te brengen, de problemen bij de wortel aan te pakken en om een kritische massa te genereren.
Om die uitdagingen het hoofd te bieden moeten bedrijven, in plaats van de regels op een traditionele manier na leven, transparanter zijn, meer samenwerken en hun succesverhalen met elkaar delen.
Bovendien moeten ook consumenten een keuze maken, een keuze die niet alleen rekening houdt met de waarde van het eindproduct, maar ook met de wijze waarop dat product tot stand is gekomen.
“We moeten allemaal een steentje bijdragen”, zegt Marcela, “want wat betreft de uitbanning van dwangarbeid is er geen tijd te verliezen.”